Mogen we de eendjes nog wel voeren?

Mogen we de eendjes nog wel voeren?

Hand in hand, een zakje oud brood mee en dan samen met papa of mama de eendjes voeren. Wie is er niet groot mee geworden? Kijken hoe ze ruzie maken, beetje bang als ze allemaal om je heen staan, opgewonden gillen als meeuwen stukjes uit de lucht snaaien. Een eerste en belangrijke kennismaking met natuur die vrijwel niemand ooit vergeet.

Maar inmiddels staat vast dat veel brood eten niet gezond is voor eenden. Het is te eenzijdig, waardoor ze voedingsstoffen missen en dat is slecht voor hun immuunsysteem: ze worden dus eerder ziek. Beschimmeld brood is zelfs giftig voor ze. Daarbij is het niet nodig. Eenden eten ‘s winters vooral gras, waterplanten en kleine waterdiertjes en die kunnen ze prima vinden: veel gezonder!
 

Wil je toch graag met je (klein)dochter of zoon eendjes voeren in het park, houd dan rekening met deze richtlijnen:

  • Voer zo min mogelijk brood. Een kapje oud, onbeschimmeld brood kan weinig kwaad, maar houd het beperkt. Geen hele broden!
  • Bied de dieren voldoende variatie: doperwten, maïs of ander graan (kippenvoer). Er is zelfs speciaal eendenvoer en watervogelvoer te koop.
  • Voer niet te veel; het moet opgaan waar je bij staat.
  • Help de eenden verder door een sneeuwvrije plek te maken, zodat ze bij het gras kunnen.

 

Vogels voeren in de tuin

Ook een mooie herinnering: knietjes op de vensterbank, neus tegen het raam en kijken hoe kleine en grote vogels zich te goed doen aan het voer dat jullie hebben neergelegd en opgehangen? In de winter kan je tuin veranderen in een klein vogelparadijs als je ze verwend met wat extra voer. Net als voor eenden is het ook hier belangrijk dat je voer aanbiedt dat past bij de vogelsoorten in je tuin en dat je nooit teveel tegelijk aanbiedt. 
 

Voer voor zaadeters

Kleine vogels zoals mussen en vinken met een forse, dikke snavel zijn echte zaadeters. Geef ze strooivoer uit de winkel of maak zelf een mix van granen, gebroken mais, zonnebloempitten en pinda’s. Ze eten liefst op een (sneeuwvrije) plaats op de grond of op een voedertafel. Ook kun je kleine vetbollen met onkruidzaden ophangen. De kans is groot dat je al snel een vogeltje wild schommelend op de bol ziet zitten.
 

Voer voor insecteneters

Insecteneters zijn te herkennen aan hun langere dunne snavels. Hen maak je blij met (gevriesdroogde) meelwormen of insectenmix. Ook een fijn zaadmengsel, ongekookte havermout of wat broodkruimeltjes zijn geschikt, want ze passen hun dieet een beetje aan als de nood hoog is. Leg het voer op verschillende beschutte plekjes op de grond in de tuin en zie hoe de vogels van plek naar plek hupsen om voedsel te schooieren.
 

Pindaslingers voor de acrobaten

​​Pimpelmezen en koolmezen komen in vrijwel elke tuin voor. Mezen zijn echte acrobaten en zijn dus dol op pindaslingers of vetbollen en kokosnoten aan een touwtje. Ook vogelpindakaas of een voedersilo met zonnebloempitten is voor hen een echte traktatie. Vetbollen en pindaslingers kun je trouwens ook zelf maken met de (klein)kinderen. Een leuk tijdverdrijf voor regenachtige dagen.

 

Bron: Vogelbescherming