Zo leer je kinderen met geld omgaan

Zo leer je kinderen met geld omgaan

Elk jaar organiseert het Nibud de Week van Geld. Hiermee willen ze onder andere ouders oproepen om hun kinderen van jongs af aan te leren om op een slimme manier met geld om te gaan. Dat is een goed idee. Hoe sneller je kinderen leert hoe geld werkt en hoe je grip houdt op je financiën, hoe kleiner de kans is dat zij later schulden of andere financiële problemen krijgen.

Natuurlijk moet je als ouder wel rekening houden met de leeftijd van kind. Het heeft geen zin om een kleuter het concept sparen uit te leggen. Je bouwt in kleine stapjes aan het begrijpen van en omgaan met geld. Zo pak je dat aan.
 

De eerste kennismaking met geld

Als je kind een jaar of vier is, kun je hem of haar al een spaarpot cadeau geven. Niet omdat een kind van die leeftijd het concept ‘sparen voor later’ al begrijpt, maar omdat ze het gewoon leuk vinden een muntje erin te stoppen. Toch is het een goede gewoonte die je hiermee aanleert. Daarnaast kun je met je kleintje samen iets gaan kopen. Bijvoorbeeld een appel bij de groenteman. Laat je kind met een muntje van 50 cent zelf afrekenen. 


De waarde van geld begrijpen

Met twee euro kun je wel een half brood kopen maar geen auto. Heel logisch maar een jong kind weet dat nog niet. Het moet dus niet alleen leren wát geld is, maar ook hoeveel geld je nodig hebt voor bepaalde artikelen. Eerst laat je je kind vooral kennis maken met kleingeld en wat je daarmee kunt kopen. Dit is een handige manier: leg bovenaan de tafel een muntje van 10 cent neer met 1 boterham ernaast. Daaronder leg je 20 cent neer met 2 boterhammen ernaast. Dan 50 cent met 5 boterhammen, enzovoort. Zo maak je duidelijk dat hoe meer geld je hebt, hoe meer je daarvoor krijgt. Let op! Doe dit pas wanneer je kind minimaal tot 20 kan tellen en cijfers in basis begrijpt.


Leren dat geld verdiend moet worden

Je hoort kinderen nog wel eens zeggen: “Maar dan haal je toch gewoon méér geld uit de muur!” Ze begrijpen nog niet dat het geld uit een pinautomaat niet zomaar uit de muur komt, maar dat jij daar hard voor hebt gewerkt. Om ze te leren dat geld verdiend wordt met werken, kun je ze vanaf een jaar of zeven zo af en toe ‘een heitje voor een karweitje’ laten doen. Oftewel een klusje voor geld. De lege flessen naar de glasbak brengen voor 50 cent, de stoep vegen met een bezem: nog eens 50 cent. Laat ze hierna dit geld gebruiken om iets te kopen dat ze zelf mogen kiezen. Zo wordt duidelijk dat  werk zich omzet in geld, en geld zich omzet in iets moois of lekkers. Let wel op dat het echt een uitzonderlijk klusje is en je kind niet elke keer dat het zijn jas aan de kapstok hangt, 20 cent verwacht. 


Sparen voor iets duurs

Kleine kinderen kunnen nog niet echt nadenken over ‘later’. Ze leven helemaal in het hier en nu. Maar zodra ze een jaar of 8/9 zijn,  kunnen ze dat wel. Vanaf dat moment kan sparen heel interessant worden. Stel dat je kind al maanden vraagt om spelcomputer, een grote doos Lego of ander duur speelgoed. Spreek dan met je kind af dat het hier zelf voor kan sparen. Je kind kan dit geld op verschillende manieren krijgen; bijvoorbeeld als zakgeld, door klusjes te doen, in de vorm van verjaardagsgeld of als beloning voor goede prestaties (zwemdiploma halen, een mooi rapport).


Zakgeld

Vanaf een jaar of 9 heeft een kind genoeg kennis van geld om zakgeld te krijgen. Uiteraard bepaal je als ouder zelf wanneer je start met zakgeld geven en hoeveel. Tip: begin met een klein bedrag. Als je van plan bent het zakgeld elk jaar iets te verhogen kan het op den duur anders aardig in de cijfers lopen.